Advent

Verwachten we ieder jaar opnieuw gedurende de vier adventsweken het naderende kerstfeest alleen als een herinnering aan de grootse historische gebeurtenis van de geboorte van Jezus in Bethlehem? Verwachten we in de diepste betekenis van het woord niet veel meer ‘Hij die komt’: het Latijnse woord ‘Adventus’ betekent ‘aankomst’.
Iets verwachten is meer dan alleen passief op iets wachten. Zelfs in een oude betekenis van het woord wachten betekent het: het oog op iets gericht houden en zorgende waakzaamheid.
Deze innerlijke activiteit van ‘verwachten’ klinkt ook door wanneer we zeggen dat een vrouw een kind verwacht. Zwangerschap is immers van nature vervuld met de hopende, liefdevolle en zorgende toewending tot de ziel die komen wil. Het wil een voorbereidende tijd zijn die vervuld is van datgene wat het kind de goede weg in het leven wijst. En we weten hoeveel er tijdens de zwangerschap van afhangt hoe het kind wordt verwacht en hoe het door gedachten en gevoelens van warmte wordt omringd.
Als men echter van de adventstijd spreekt als een tijd van verwachting, dan geldt dit alles ook: Christus komt.
Het belang van dat verwachten spreekt Christus op een verrassende wijze zelf uit wanneer hij niet alleen van zijn aankomst spreekt maar ook van zijn wederkomst. Hij doet dat in wat we kennen als de kleine Apocalyps in Lukas 21: “Waakt te allen tijde met biddende gedachten, opdat gij de kracht hebt u te verheffen boven alles wat geschieden zal en te staan voor des Mensen Zoon”.
Ignaz Stegeman