


Kom naar de bruiloft!
Er is een wezenlijk onderscheid tussen dier en mens. Dit wordt ook zichtbaar waarmee het dier zich omhult – een natuurlijk ‘kleed’. Een omhulling van vel, veren of schubben, helemaal passend bij het dier. De mens daarentegen moet zijn kleding, zijn omhulling, zelf uitzoeken. Hij moet hem schoonhouden, steeds weer vervangen voor andere kleding. Dat kleden en verkleden doen wij over het algemeen zonder klagen. We hebben in onze kleding ook een mooie mogelijkheid ons te uiten.
Zoals het met kleding is, is het ook met de ziel. De dieren hoeven niets aan hun ziel te veranderen. Het zielen-kleed krijgen ze met hun huid en haar al mee geschonken. Wij mensen moeten ons zielenkleed zelf op orde brengen. Wij moeten aan dit zielenkleed zorgvuldig en met een zekere volharding werken en het zelfs beter maken en passender. Wanneer wij ons laten gaan, wordt de ziel daar bepaald niet mooier van. De ziel omhult de geest en daar past een passend gewaad bij; liefst een kleed dat de geest warmt en omhult met aandachtsvolle gedachten, gevoelens en intenties die daardoor opgeroepen worden.
In deze tijd krijgt het bewust werken aan de eigen ziel steeds meer betekenis. Tot voor kort zat het eigenlijk wel goed met de zielenkleding van de mens. Tradities en omgangsvormen brachten structuur in het samenwerken van denken, voelen en willen. In deze tijd is de zielenstof van toen niet meer goed bruikbaar. Ze verslijt snel, wordt flets of is gewoonweg te verouderd. Waarom is dit zo? Waarom moeten wij in deze tijd zoveel meer zelf voor onze zielenkleding zorgen door aan onszelf te werken? Waarom zien wij zoveel kaalslag, zielendroogte en verharding om ons heen?
We zijn als mensen een nieuw tijdperk binnengegaan. We zijn door een deur binnengegaan in een nieuwe geestelijke ruimte en wij staan ervoor onze ziel om te vormen zodat we in deze nieuwe tijd ‘erop gekleed zijn’. Het bruiloftsfeest van het 22e hoofdstuk van het Mattheusevangelie is het feest van een nieuw huwelijk tussen de wereld van de materie en de wereld van de geest. Deze werelden zullen weer op elkaar betrokken en met elkaar verbonden kunnen worden. Zij zullen zo verbonden worden dat de aarde door de geest van de mens, met engelengeduld, omgevormd en vergaand vergeestelijkt kan worden. Bij deze huwelijks-verbinding in het sociale, in de kunst maar ook in de wetenschap en techniek zijn wij geen passieve gasten. Vanuit dit nieuwe geestelijke domein gaat de uitnodiging naar alle mensen om zichzelf gereed te maken en zich voor dit werk in uitvoering passend te kleden.
Karel-Jan Tolsma